BELGISCHE KAMER VAN
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS CHAMBRE DES REPRESENTANTS
DE BELGIQUE
I NTEGRAAL V ERSLAG
MET
VERTAALD BEKNOPT VERSLAG VAN DE TOESPRAKEN
C OMPTE R ENDU I NTEGRAL
AVEC
COMPTE RENDU ANALYTIQUE TRADUIT DES INTERVENTIONS
P
LENUMVERGADERINGS
EANCE PLENIEREwoensdag mercredi
27-03-2002 27-03-2002
14:15 uur 14:15 heures
AGALEV-ECOLO Anders gaan leven / Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales CD&V C hristen -Democratisch en Vlaams
FN Front National
MR Mouvement réformateur
PS Parti socialiste
PSC Parti social -chrétien
SP.A Socialistische Partij Anders
VLAAMS BLOK Vlaams Blok
VLD Vlaamse Liberalen en Democraten
VU&ID Volksunie&ID21
Afkortingen bij de nummering van de publicaties : Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 50 0000/000 Parlementair document van de 50e zittingsperiode + basisnummer en
volgnummer
DOC 50 0000/000 Document parlementaire de la 50e législature, suivi du n° de base et du n° consécutif
QRVA Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA Questions et Réponses écrites
CRIV Integraal Verslag,met links het definitieve integraal verslag en rechts het vertaald beknopt verslag van de toespraken (op wit papier, bevat ook de bijlagen)
CRIV Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu intégral définitif et, à droite, le compte rendu analytique traduit des interventions (sur papier blanc, avec les annexes)
CRIV Voorlopige versie van het Integraal Verslag (op groen papier) CRIV Version Provisoire du Compte Rendu Intégral (sur papier vert)
CRABV Beknopt Verslag (op blauw papier) CRABV Compte Rendu Analytique (sur papier bleu)
PLEN Plenum (witte kaft) PLEN Séance plénière (couverture blanche)
COM Commissievergadering (beige kaft) COM Réunion de commission (couverture beige)
Officiële publicaties, uitgegeven door de Kamer van volksvertegenwoordigers Bestellingen :
Natieplein 2 1008 Brussel Tel. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.deKamer.be
e-mail : publicaties@deKamer.be
Publications officielles éditées par la Chambre des représentants Commandes :
Place de la Nation 2 1008 Bruxelles Tél. : 02/ 549 81 60 Fax : 02/549 82 74 www.laChambre.be
e-mail : publications@laChambre.be
INHOUD SOMMAIRE
Berichten van verhindering 1 Excusés 1
Regeling van de werkzaamheden 1 Ordre des travaux 1
Spreker : Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken
Orateur: Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
WETSONTWERPEN EN VOORSTELLEN 1 PROJETS DE LOI ET PROPOSITIONS 1 Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de
artikelen 24bis en 50 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (overgezonden door de Senaat) (1652/1 tot 3)
1 Projet de loi spéciale modifiant les articles 24bis et 50 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles (transmis par le Sénat) (1652/1 à 3)
1
Algemene bespreking 2 Discussion générale 2
Sprekers: André Frédéric, rapporteur, Raymond Langendries, voorzitter van de PSC- fractie, Louis Michel, vice-eerste minister en mini ster van Buitenlandse Zaken
Orateurs: André Frédéric, rapporteur, Raymond Langendries, président du groupe PSC, Louis Michel, vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères
Bespreking van de artikelen 4 Discussion des articles 4
Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag van Nice houdende wijziging van het verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met de Protocollen 1, 2 en 3 en met de Slotakte, gedaan te Nice op 26 februari 2001 (1679/1 en 2)
5 Projet de loi portant assentiment au Traité de Nice modifiant le traité de l'Union européenne, les traités instituant les Communautés européennes et certains actes connexes, aux Protocoles 1, 2 et 3 et à l'A cte final, faits à Nice le 26 février 2001 (1679/1 et 2)
5
Algemene bespreking 5 Discussion générale 5
Bespreking van de artikelen 29 Discussion des articles 29
Sprekers: Mark Eyskens, rapporteur, Jacques Lefevre, Geert Versnick, Jacques Simonet, Guido Tastenhoye, Louis Michel, vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken, Yves Leterme, voorzitter van de CD&V-fractie, Yvon Harmegnies
Orateurs: Mark Eyskens , rapporteur, Jacques Lefevre, Geert Versnick, Jacques Simonet, Guido Tastenhoye, Louis Michel, vice- premier ministre et ministre des Affaires étrangères, Yves Leterme, président du groupe CD&V, Yvon Harmegnies
Wetsontwerp houdende instemming met het Aanvullend Protocol bij de Europese Kaderovereenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale gemeenschappen of autoriteiten, gedaan te Straatsburg op 9 november 1995 (overgezonden door de Senaat) (1618/1)
29 Projet de loi portant assentiment au Protocole additionnel à la Convention-cadre européenne sur la coopération transfrontalière des collectivités ou autorités territoriales, fait à Strasbourg, le 9 novembre 1995 (transmis par le Sénat) (1618/1)
29
Algemene bespreking 29 Discussion générale 29
Bespreking van de artikelen 30 Discussion des articles 30
Spreker : Claudine Drion, rapporteur Orateur: Claudine Drion, rapporteur
Regeling van de werkzaamheden 30 Ordre des travaux 30
Sprekers: Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, Trees Pieters
Orateurs: Olivier Deleuze, secrétaire d’Etat à l'Energie et au Développement durable, Trees Pieters
Wetsontwerp ter invoering van een eenmalige bijdrage ten laste van de petroleumsector (geamendeerd door de Senaat) (1129/9 tot 11)
31 Projet de loi instaurant une cotisation unique à la charge du secteur pétrolier (amendé par le Sénat) (1129/9 à 11)
31
Bespreking van de artikelen 31 Discussion des articles 31
Spreker : Trees Pieters Orateur: Trees Pieters
Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van de Republiek Hongarije inzake politiesamenwerking en samenwerking inzake de bestrijding van de
33 Projet de loi portant assentiment à la Convention entre le Gouvernement du Royaume de Belgique et le Gouvernement de la République de Hongrie relative à la coopération policière et à la coopération en matière de lutte contre la
33
georganiseerde criminaliteit, ondertekend te Brussel op 4 november 1998 (overgezonden door de Senaat) (1619/1)
criminalité organisée, signée à Bruxelles le 4 novembre 1998 (transmis par le Sénat) (1619/1)
Algemene bespreking 34 Discussion générale 34
Bespreking van de artikelen 34 Discussion des articles 34
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie aangaande de verkorte procedure tot uitlevering tussen de Lid-Staten van de Europese Unie, gedaan te Brussel op 10 maart 1995 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1651/1)
34 Projet de loi portant assentiment à la Convention établie sur la base de l'article K.3 du Traité sur l'Union européenne, relative à la procédure simplifiée d'extradition entre les Etats membres de l'Union européenne, faite à Bruxelles le 10 mars 1995 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1651/1)
34
Algemene bespreking 34 Discussion générale 34
Bespreking van de artikelen 34 Discussion des articles 35
Wetsontwerp houdende instemming met het Protocol tot aanpassing van de institutionele aspecten van de Europa -Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Polen, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden tot de Europese Unie, en met de Bijlagen, gedaan te Brussel op 25 juni 1999 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1620/1)
35 Projet de loi portant assentiment au Protocole portant adaptation des aspects institutionnels de l'Accord européen établissant une association entre les Communautés européennes et leurs Etats membres, d'une part, et la République de Pologne, d'autre part, afin de tenir compte de l'adhésion de la République d'Autriche, de la République de Finlande et du Royaume de Suède à l'Union européenne, et aux Annexes, faits à Bruxelles le 25 juin 1999 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1620/1)
35
Algemene bespreking 35 Discussion générale 35
Bespreking van de artikelen 35 Discussion des articles 35
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regeringen van de Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom Luxemburg) en de regering van de Republiek Estland betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (Overnameovereenkomst), en met het Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Brussel op 3 februari 1999 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1621/1)
36 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre les gouvernements des Etats du Benelux (le Royaume de Belgique, le Royaume des Pays - Bas, le Grand -Duché de Luxembourg) et le gouvernement de la République d'Estonie relatif à la réadmission des personnes en séjour irrégulier (Accord de réadmission), et au Protocole d'application, faits à Bruxelles le 3 février 1999 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1621/1)
36
Algemene bespreking 36 Discussion générale 36
Bespreking van de artikelen 36 Discussion des articles 36
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regeringen van de Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom Luxemburg) en de regering van de Republiek Litouwen betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (Overnameovereenkomst), en met het Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Brussel op 9 juni 1999 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1622/1)
36 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre les gouvernements des Etats du Benelux (le Royaume de Belgique, le Royaume des Pays - Bas, le Grand -Duché de Luxembourg) et le gouvernement de la République de Lituanie relatif à la réadmission des personnes en séjour irrégulier (Accord de réadmission), et au Protocole d'application, faits à Bruxelles le 9 juin 1999 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1622/1)
36
Algemene bespreking 37 Discussion générale 37
Bespreking van de artikelen 37 Discussion des articles 37
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de regeringen van de Beneluxstaten (het Koninkrijk België, het Koninkrijk der Nederlanden, het Groothertogdom Luxemburg) en de regering van de Republiek Bulgarije betreffende de overname van onregelmatig verblijvende personen (Overnameovereenkomst), en met het Uitvoeringsprotocol, ondertekend te Brussel op 7 oktober 1998 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1668/1)
37 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre les gouvernements des Etats du Benelux (le Royaume de Belgique, le Royaume des Pays - Bas, le Grand -Duché de Luxembourg) et le gouvernement de la République de Bulgarie relatif à la réadmission des personnes en séjour irrégulier (Accord de réadmission), et au Protocole d'application, faits à Bruxelles le 7 octobre 1998 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1668/1)
37
Algemene bespreking 37 Discussion générale 37
Bespreking van de artikelen 37 Discussion des articles 38
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch -Luxemburgse Economische Unie en de regering van de Republiek Jemen inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 3 februari 2000 (overgezonden door de Senaat) (1649/1)
38 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et le gouvernement de la République du Yémen concernant l'encouragement et la protection réciproques des investissements, fait à Bruxelles le 3 février 2000 (transmis par le Sénat) (1649/1)
38
Algemene bespreking 38 Discussion générale 38
Bespreking van de artikelen 43 Discussion des articles 43
Spreker : Vincent Decroly Orateur: Vincent Decroly
Regeling van de werkzaamheden 43 Ordre des travaux 43
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch -Luxemburgse Economische Unie en de Staat Koeweit inzake de wederzijdse bescherming en bevordering van investeringen, gedaan te Brussel op 28 september 2000 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1667/1)
43 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo -luxembourgeoise et l'Etat du Koweït concernant l'encouragement et la protection réciproques des investissements, fait à Bruxelles le 28 septembre 2000 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1667/1)
43
Algemene bespreking 43 Discussion générale 43
Bespreking van de artikelen 44 Discussion des articles 44
Sprekers: Vincent Decroly, Olivier Deleuze, staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, Hugo Coveliers, voorzitter van de VLD-fractie
Orateurs: Vincent Decroly, Olivier Deleuze, secrétaire d’Etat à l'Energie et au Développement durable, Hugo Coveliers, président du groupe VLD
Wetsontwerp houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch -Luxemburgse Economische Unie en de Regering van de Republiek El Salvador inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 12 oktober 1999 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1669/1)
44 Projet de loi portant assentiment à l'Accord entre l'Union économique belgo-luxembourgeoise et le Gouvernement de la République d'El Salvador concernant l'encouragement et la prote ction réciproques des investissements, fait à Bruxelles le 12 octobre 1999 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1669/1)
45
Algemene bespreking 45 Discussion générale 45
Bespreking van de artikelen 45 Discussion des articles 45
Wetsontwerp houdende in stemming met het Protocol, gedaan te Brussel op 22 september 1998, tot aanvulling van de Benelux-Overeenkomst inzake grensoverschrijdende samenwerking tussen territoriale samenwerkingsverbanden of autoriteiten met gemeenschappelijke Memorie van Toelichting, ondertekend te Brussel op 12 september 1986 (overgezonden door de Senaat) (zonder verslag) (1670/1)
45 Projet de loi portant assentiment au Protocole, fait à Bruxelles le 22 septembre 1998, complétant la Convention Benelux concernant la coopération transfrontalière entre collectivités ou autorités territoriales avec Exposé des Motifs commun, signée à Bruxelles le 12 septembre 1986 (transmis par le Sénat) (sans rapport) (1670/1)
45
Algemene bespreking 45 Discussion générale 45
Bespreking van de artikelen 46 Discussion des articles 46
Wetsontwerp houdende instemming met het Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van het kind, inzake kinderen in gewapend conflict, aangenomen te New York op 25 mei 2000 (overgezonden door de Senaat) (1671/1 e n 2)
46 Projet de loi portant assentiment au Protocole facultatif à la Convention relative aux droits de l'enfant, concernant l'implication d'enfants dans les conflits armés, adopté à New York le 25 mai 2000 (transmis par le Sénat) (1671/1 et 2)
46
Algemene bespreking 46 Discussion générale 46
Bespreking van de artikelen 46 Discussion des articles 46
Voorstel van resolutie van de dames Claudine Drion en Leen Laenens met betrekking tot de huidige toestand in Algerije (1445/1 tot 5)
47 Proposition de résolution de Mmes Claudine Drion et Leen Laenens relative à la situation actuelle en Algérie (1445/1 à 5)
47
Bespreking 47 Discussion 47
Voorstel van resolutie van de heer Lode Vanoost, de dames Simonne Creyf, Claudine Drion en Leen Laenens en de heren Jacqu es Lefevre en Ferdy Willems betreffende maatregelen tegen
47 Proposition de résolution de M. Lode Vanoost, Mmes Simonne Creyf, Claudine Drion et Leen Laenens et MM. Jacques Lefevre et Ferdy Willems relative aux mesures à prendre pour
47
illegale houtkap in de wereld (1516/1 en 2) lutter contre l'abattage illégal d'arbres dans le monde (1516/1 et 2)
Bespreking 47 Discussion 47
Sprekers: Dirk Van der Maelen, rapporteur, Jacques Lefevre
Orateurs: Dirk Van der Maelen, rapporteur, Jacques Lefevre
Voorstel van resolutie van mevrouw Claudine Drion c.s. betreffende de herinvoering van de door president G. Bush van de Verenigde Staten voorgestane "Mexico City Policy" (zonder verslag) (1663/1)
48 Proposition de résolution de Mme Claudine Drion et consorts co ncernant le rétablissement de la "politique de Mexico" par le président des Etats-Unis d'Amérique, M. G. Bush (sans rapport) (1663/1)
48
Bespreking 48 Discussion 48
Sprekers: Claudine Drion, Hugo Coveliers, voorzitter van de VLD-fractie
Orateurs: Claudine Drion, Hugo Coveliers, président du groupe VLD
BIJLAGE 51 ANNEXE 51
INTERNE BESLUITEN 51 DECISIONS INTERNES 51
PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE 51 COMMISSION PARLEMENTAIRE DE CONCERTATION
51
BESLISSINGEN 51 DÉCISIONS 51
INTERPELLATIEVERZOEKEN 53 DEMANDES D'INTERPELLATION 53
INGEKOMEN 53 DEMANDES 53
VOORSTELLEN 54 PROPOSITIONS 54
TOELATING TOT DRUKKEN 54 AUTORISATION D'IMPRESSION 54
MEDEDELINGEN 54 COMMUNICATIONS 54
SENAAT 54 SENAT 54
OVERGEZONDEN WETSONTW ERPEN 54 PROJETS DE LOI TRANSMIS 54
AANGENOMEN WETSONTWER P 54 PROJET DE LOI ADOPTÉ 54
GEAMENDEERD WETSONTWERP 55 PROJET DE LOI AMENDÉ 55
CONCLUSIES VAN HET TW EEDE SEMINARIE OVER ACTUELE RUIMTEVAARTKWESTIES
55 CONCLUSIONS DU DEUXIEME SEMINAIRE SUR LES QUESTIONS SPATIA LES ACTUELLES
55
REGERING 55 GOUVERNEMENT 55
INGEDIEND WETSONTWERP 55 DEPOT D’UN PROJET DE LOI 55
Verslag 55 Rapport 55
Voorstel van resolutie 56 Proposition de résolution 56
MOTIE VAN AANBEVELING 56 MOTION DE RECOMMANDATION 56
ARBITRAGEHOF 56 COUR D'ARBITRAGE 56
BEROEP EN TOT VERNIETIGING 56 RECOURS EN ANNULATION 56
PREJUDICIËLE VRAAG 58 QUESTION PREJUDICIELLE 58
JAARVERSLAG 58 RAPPORT ANNUEL 58
INSTITUUT VOOR DE NATIONALE REKENINGEN 58 INSTITUT DES COMPTES NATIONAUX 58
MOTIE 59 MOTION 59
INDIENING 59 DÉPÔT 59
VARIA 59 DIVERS 59
FEDERATIE VAN DE VOEDINGSINDUSTRIE EN FEDERATIE VAN DE
DISTRIBUTIEONDERNEMINGEN
59 FEDERATION DE L’INDUSTRIE ALIMENTAIRE ET FEDERATION BELGE DES ENTREPRISES DE DISTRIBUTION
59
PLENUMVERGADERING SÉANCE PLÉNIÈRE
van
WOENSDAG
27
MAART2002
14:15 uur ______
du
MERCREDI
27
MARS2002
14:15 heures ______
De vergadering wordt geopend om 14.15 uur door de heer Herman De Croo, voorzitter.
La séance est ouverte à 14.15 heures par M. Herman De Croo, président.
Tegenwoordig bij de opening van de vergadering is de minister van de federale regering:
Ministre du gouvernement fédéral présent lors de l'ouverture de la séance:
Louis Michel.
De voorzitter: De vergadering is geopend.
La séance est ouverte.
Een reeks mededelingen en besluiten moeten ter kennis gebracht worden van de Kamer. Zij zullen in bijlage bij het integraal verslag van deze vergadering opgenomen worden.
Une série de communications et de décisions doivent être portées à la connaissance de la Chambre. Elles seront reprises en annexe du compte rendu intégral de cette séance.
Berichten van verhindering Excusés
Patrick Moriau, wegens ziekte / pour raison de santé;
Jean-Pol Henry, met zending / en mission;
Maurice Dehu, Annemie Van de Casteele, Luc Paque, buitenslands / à l'étranger;
Charles Janssens, OVSE / OSCE.
01 Ordre des travaux
01 Regeling van de werkzaamheden
Le président: Monsieur le ministre des Relations extérieures, j'ai cru comprendre qu'il était opportun de traiter d'abord les points 1 et 3 qui vous intéressent.
Ik ben ook tevreden dat de rapporteur, de heer Mark Eyskens, die uit het noorden van Europa komt, namelijk uit Nederland, zich bij ons heeft gevoegd. Ik apprecieer het dat hij op tijd is.
Mijnheer de vice-eerste minister, u hebt liever dat ik met de verdragen begin?
01.01 Minister Louis Michel: Zoals u wilt, mijnheer de voorzitter.
Wetsontwerpen en voorstellen Projets de loi et propositions
02 Ontwerp van bijzondere wet tot wijziging van de artikelen 24bis en 50 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen (overgezonden door de Senaat) (1652/1 tot 3)
02 Projet de loi spéciale modifiant les articles 24bis et 50 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles (transmis par le Sénat) (1652/1 à 3)
Algemene be spreking
Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
02.01 André Frédéric, rapporteur: Monsieur le présidentc 02.01 André Frédéric, rapporteur:
ik verwijs naar het schriftelijk verslag.
02.02 Raymond Langendries (PSC): Monsieur le président, la présente proposition de loi spéciale, introduite par René Thissen au Sénat, répond à une problématique concrète qui s'est posée au lendemain des élections du 13 juin 1999.
Je rappelle brièvement les faits pour ceux et celles qui ne les connaîtraient pas. Messieurs Keutgen et Stoffels, deux germanophones, étaient candidats lors des élections du 13 juin 1999 au parlement de la Région wallonne et au Conseil de la Communauté germanophone. Ils ont été élus au Parlement wallon mais pas au Conseil de la Communauté germanophone. En effet, ils ont prêté serment en premier lieu en allemand, lors de l'installation du Parlement wallon et ont tous deux très logiquement refusé de prêter serment lors de la séance d'ouverture du Parlement de la Communauté française le 6 juillet 1999.
Or, l'article 50, alinéa second de la loi spéciale du 8 août 1980, prévoit que: "Les membres du Conseil régional wallon, qui ont exclusivement ou en premier lieu prêté serment en allemand, ne participent pas aux votes au sein du Conseil de la Communauté française ni au sein du Conseil régional wallon sur les matières relevant de la compétence de la Communauté française."
Ainsi, bien qu'ayant prêté serment en allemand au Conseil régional wallon et étant membres du Conseil de la Communauté française de par leur élection au Parlement wallon, ils ne pouvaient entrer en fonction qu'après avoir prêté serment en français de la manière suivante: "Je jure d'observer la Constitution", comme le prévoit l'article 31 bis, alinéa 2 de la loi spéciale de réformes institutionnelles.
Cette non-prestation de serment n'équivaut pas en tant que telle à une démission mais bien à une absence d'entrée en fonction.
Il résulte donc de la situation décrite qu'à ce jour, le Cons eil de la Communauté française n'est toujours pas en mesure de siéger et de délibérer au complet, ce qui ne pose pas de problème de légalité des décrets votés à la Communauté française mais compromet les équilibres de répartition voulus par le législateur, à savoir 75 Wallons et 19 Bruxellois.
Je rappelle à titre d'information qu'un problème de nature similaire s'était posé au lendemain des élections régionales du 21 mai 1995 et qu'il avait également trait à la composition du Parlement de la Communauté française. En effet, dans l'arrondissement de Verviers, un candidat libéral s'était présenté tant aux élections de la Communauté germanophone que du Parlement wallon. Il avait été élu dans l'un et l'autre Conseil et était donc amené à siéger de plein droit au Parlement de la Communauté française. Il était ainsi membre de deux Conseils de communauté.
Dans la mesure où la loi spéciale interdit un tel cumul de fonctions, il avait choisi de prêter serment à la Communauté germanophone et à la
02.02 Raymond Langendries (PSC): Met dit ontwerp van bijzondere wet wordt tegemoet gekomen aan een concreet probleem dat na de verkiezingen van 13 juni 1999 gerezen is.
Twee Duitstaligen, de heren Keutgen en Stoffels, werden verkozen in het Waalse Parlement maar niet in de Raad van de Duitstalige Gemeenschap. Ze hebben in het Waals Parlement eerst de eed afgelegd in het Duits en ze hebben geweigerd de eed af te leggen tijdens de openingszitting van het Parlement van de Franse Gemeenschap. Artikel 50, tweede lid van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 bepaalt dat de verkozenen in dat geval niet mogen deelnemen aan de stemmingen in de Raad van de Franse Gemeenschap en in de Waalse Gewestraad over materies waarvoor de Franse Gemeenschap bevoegd is. Zij konden dus enkel in functie treden na conform de grondwet de eed te hebben afgelegd in het Frans.
Die situatie brengt het door de wetgever gewilde evenwicht bij de verdeling van de mandaten (75 Waalse en 19 Brusselse leden) in het gedrang.
Een soortgelijk probleem was al eens gerezen na de gewestraadsverkiezingen van 1995.
Een liberale kandidaat uit het arrondissement Verviers werd verkozen in twee gemeenschapsraden en had de eed afgelegd voor de Duitstalige Gemeenschap, en had verzocht zijn plaatsvervanger in het Parlement van de Franse Gemeenschap te laten aantreden.
Sindsdien werd artikel 24bis, § 5, tweede lid van de bijzondere wet
Région wallonne. Il avait indiqué vouloir céder sa place à son suppléant au Parlement de la Communauté française.
La commission de vérification des pouvoirs avait refusé au motif que celui qui est élu à la Région wallonne doit également siéger à la Communauté française. Depuis lors et pour éviter que ne se reproduise un tel cas de figure, l'article 24bis, §5, alinéa 2 de la loi spéciale a été modifié. Celui qui est élu au Conseil de la Communauté germanophone et au Parlement wallon est remplacé au Parlement de la Communauté française par son suppléant élu en même temps que lui à l'occasion des élections du Parlement wallon.
Les problèmes semblent se succéder puisque, aujourd'hui, il nous faut régler un autre cas.
Afin que soit respectée la liberté des membres germanophones de prêter serment en français ou en allemand et de choisir ainsi librement leur communauté, il importe de remédier de manière globale à la situation que j'ai longuement expliquée en introduction.
La solution trouvée en commission des Affaires institutionnelles du Sénat, après avoir reçu l'avis de la section de législation du Conseil d'Etat, et après de longues discussions entre représentants de tous les partis francophones – aidés en cela par le professeur Francis Delpérée qui a livré son expertise sur la question lors d'une audition – a donc recueilli un vote très favorable en séance plénière au Sénat. Il en a été de même ici à la Chambre, lors du vote en commission de Révision de la Constitution et de la Réforme des institutions.
Cette solution permet de trouver un équilibre entre le respect du choix de la langue de prestation de serment du parlementaire wallon et le fonctionnement équilibré du Conseil de la Communauté française, tel qu'il est prévu par la loi spéciale en son article 24, §3.
Ainsi, l'article 24bis, §4 de la loi spéciale est complété par l'alinéa suivant: "Le mandat de membre du Conseil de la Communauté française est incompatible avec celui de membre du Conseil régional wallon lorsque le mandataire concerné a exclusivement ou en premier lieu prêté serment en allemand".
Un alinéa complémentaire précise également, à l'article 24, §5, de la loi spéciale que ceux qui ne peuvent assumer leur mandat en vertu de la disposition précédente seront remplacés au sein du Conseil de la Communauté française par leurs suppléants, élus lors des élections au Conseil régional wallon sur les mêmes listes que ces membres, dans l'ordre dans lequel ils sont élus sur chacune des listes susmentionnées.
Et enfin, l'article 50, alinéa second de la même loi spéciale est remplacé par une nouvelle disposition: "Les membres du Conseil régional wallon qui ont exclusivement ou en premier lieu prêté serment en allemand ne participent pas aux votes au sein du Conseil régional wallon sur les matières relevant de la compétence de la Communauté française".
Voilà monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, à ceux qui objecteraient que cette situation plaide en faveur de la création d'une Région germanophone à part entière, je répondrais que c'est strictement impossible à l'heure actuelle car les dispositions relatives aux régions ne sont pas soumises à révision. C'est pourquoi j'espère que cette proposition recueillera la plus large adhésion car il me semble que la solution proposée relève tout simplement du bon sens.
gewijzigd.
Wie wordt verkozen voor de Raad van de Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Parlement, wordt in het Parlement van de Franse Gemeenschap vervangen door zijn plaatsvervanger die samen met hem werd verkozen tijdens de verkiezingen voor het Waalse Parlement.
Dit probleem moest in zijn geheel worden opgelost. Professor Francis Delpérée heeft ons met zijn kennis en ervaring bijgestaan en de Senaat heeft ons dan ook een oplossing voorgesteld die op de onverenigbaarheid is gebaseerd.
Aan hen die zouden opperen dat dit in het voordeel van de oprichting van een Duitstalig Gewest pleit, antwoord ik dat dit momenteel niet mogelijk is rekening houdend met de huidige verklaring tot grondwetsherziening. Kortom, de gevonden oplossing getuigt alleen maar van gezond verstand.
02.03 Louis Michel, ministre: Monsieur le président, je ne peux que partager l'intervention pleine de sagesse et d'opportunité de M.
Langendries.
02.03 Minister Louis Michel: Ik kan de wijze woorden van voorzitter Langendries alleen maar bijtreden.
De voorzitter: Vraagt nog iemand het woord? (Nee) Quelqu'un demande-t-il encore la parole? (Non) De algemene bespreking is gesloten.
La discussion générale est close.
Bespreking van de artikelen Discussion des articles
Wij vatten de bespreking van de artikelen aan. De door de commissie aangenomen tekst geldt als basis voor de bespreking. (Rgt 66,4) (1652/1)
Nous passons à la discussion des articles. Le texte adopté par la commission sert de base à la discussion.
(Rgt 66,4) (1652/1)
Het ontwerp van bijzondere wet telt 4 artikelen.
Le projet de loi spéciale compte 4 articles.
Ingediende amendementen:
Amendements déposés:
Art. 1bis (n)
- 1: Danny Pieters (1652/2) Art. 2
- 4: Danny Pieters (1652/2) Art. 3
- 5: Danny Pieters (1652/2) Art. 3bis (n)
- 2: Danny Pieters (1652/2) Art. 3ter (n)
- 3: Danny Pieters (1652/2) Art. 4
- 6: Danny Pieters (1652/2) Art. 5 (n)
- 7: Danny Pieters (1652/2)
De stemming over de amendementen en artikelen wordt aangehouden.
Le vote sur les amendements et les articles est réservé.
Artikel 1 wordt aangenomen.
L'article 1 est adopté.
De bespreking van de artikelen is gesloten. De stemming over de aangehouden amendementen en artikelen en over het geheel zal later plaatsvinden.
La discussion des articles est close. Le vote sur les amendements et les articles réservés ainsi que sur l'ensemble aura lieu ultérieurement.
03 Wetsontwerp houdende instemming met het Verdrag van Nice houdende wijziging van het verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, met de Protocollen 1, 2 en 3 en met de Slotakte, gedaan te Nice op 26 februari 2001 (1679/1 en 2)
03 Projet de loi portant assentiment au Traité de Nice modifiant le traité de l'Union européenne, les traités instituant les Communautés européennes et certains actes connexes, aux Protocoles 1, 2 et 3 et à l'Acte final, faits à Nice le 26 février 2001 (1679/1 et 2)
Algemene bespreking Discussion générale
De algemene bespreking is geopend.
La discussion générale est ouverte.
03.01 Mark Eyskens, rapporteur: Mijnheer de voorzitter, mijnheer de vice-eerste minister, collega’s, de aanwezigheid van de leden in deze plenaire vergadering is blijkbaar omgekeerd evenredig met het belang van het ontwerp dat wij bespreken, het Verdrag van Nice. Het is niet het grootste Europese verdrag sinds vijftig jaar, maar het is toch een belangrijk verdrag. Na de verdragen van de EGKS, van Rome, van Maastricht en van Amsterdam komen wij thans tot het Verdrag van Nice. Hier zijn zo weinig leden aanwezig, wellicht omdat wij het in de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen reeds grondig hebben besproken, en omdat er reeds veel over is geschreven en gezegd sedert de voorbije zes maanden.
Het Verdrag van Nice werd in de commissie goedgekeurd bij tien stemmen tegen drie, en zal ook hier kunnen bogen, neem ik aan, op een zeer ruime meerderheid ofschoon het geen enthousiaste meerderheid zal zijn. Van meet af aan hebben wij in allerlei vergaderingen opgemerkt dat het Verdrag van Nice op veel punten beneden de maat is gebleven. Wij zullen het echter goedkeuren met meer dan alleen maar resignatie, omdat inmiddels een paar belangrijke dingen zijn gebeurd, met name de Verklaring van Laken en de bijeenroeping van de Conventie. In het licht van een dynamisch continuüm van de Europese integratie, moet het Verdrag van Nice worden beschouwd als een stapsteen.
In onze commissievergadering van 12 maart 2002 heeft de vice-eerste minister en de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Michel, onze aandacht gevestigd op de belangrijke aspecten van het Verdrag van Nice, de positieve punten. Hij heeft een interessant initiatief aangekondigd, namelijk de stichting van wat hij een speaker’s bureau heeft genoemd, een soort speaker’s corner. Daarin zouden belangstellende Europese en nationale parlementsleden en – waarom niet – ook leden van de gewestparlementen kunnen optreden als gangmakers, als pedagogen – niet als demagogen – in allerlei kringen die belangstelling hebben voor de vooruitgang van de Europese integratie. Ook personen die betrokken zijn bij het Forum, dat in het kader van de Conventie werd opgericht en met zijn werkzaamheden is begonnen, zouden misschien daarin kunnen optreden. Ik denk dat dit een zeer goed initiatief is. Ik hoop dat een aantal leden van de commissie voor de Buitenlandse Betrekkingen en van het adviescomité voor de Europese Aangelegenheden bereid zal worden gevonden daaraan hun medewerking te verlenen.
De bespreking in onze commissie was – zoals ik zei – uitvoerig en grondig. De meeste collega’s hebben de pro’s en de contra’s opgesomd. De ene heeft meer de klemtoon gelegd op de positieve aspecten, de andere meer op de negatieve aspecten.
Zo heeft de heer Simonet vooral de positieve aspecten opgesomd en een en ander vindt u zeer goed samengevat in het verslag. De heer Simonet heeft onder meer gewezen op het plafond bij de samenstelling van de Commissie, wat een pluspunt is. De schaduwzijde is dat dit plafond kan stijgen tot 27. Nadien zal men dan bepalen hoe men het aantal commissarissen kan verminderen.
De aanstelling van de commissievoorzitter kan niet meer worden onderworpen aan een veto, waardoor de perikelen rond de kandidatuur van de heer Dehaene zich gelukkig niet meer kunnen herhalen. Dit is
03.01 Mark Eyskens, rapporteur : La présence aujourd'hui des membres de la Chambre est invers ement proportionnelle à l'intérêt du sujet dont nous discutons à présent. Le Traité de Nice constitue une phase importante de l'histoire de l'unification européenne.
Le Traité de Nice a fait l'objet de discussions approfondies au sein de la commission com pétente et le projet de loi a été adopté par 10 voix contre 3. Le vote s'est déroulé sans grand enthousiasme dans la mesure où le Traité de Nice contient quand même un certain nombre de lacunes. Depuis sa conclusion, un certain nombre de progrès ont été enregistrés au niveau européen. A cet égard, je songe notamment à Laeken et à la convocation de la Convention.
Lors de la réunion de commission du 12 mars, le ministre Michel a principalement souligné les aspects positifs. Il a également annoncé la création d'une sorte de speakers corner, dans le cadre duquel les parlementaires pourront faire office de pédagogues et expliquer l'intégration européenne.
Le débat en commission fut circonstancié. Tant les aspects positifs que négatifs y ont été abordés. M. Simonet a surtout évoqué les acquis. ll a attiré l'attention sur le nombre maximum de membres autorisés pour la composition de la commission, qui est fixé à 27. L'on a trouvé une solution pour la révision de la pondération des voix pour l'invocation abusive du droit de veto, pour une collaboration plus étroite à tous les niveaux, excepté celui de la Défense. La majorité qualifiée s'applique dorénavant à 30 cas supplémentaires. Il reste encore un long chemin à parcourir à de nombreux égards, notamment en matière de collaboration policière et judiciaire, de politique fiscale et sociale et de l'immigration, car la majorité est toujours requise dans
uiteraard positief. Daarnaast is een oplossing gevonden voor de herweging van de stemmen en heeft men een versoepeling ingevoerd voor de formule van de nauwere samenwerking. Die wordt nu ook duidelijk van toepassing op het buitenlands beleid, ofschoon daar nog een vetorecht mogelijk is. Helaas is de nauwere samenwerking nog steeds niet van toepassing op het defensiebeleid. Ook in verband met de eerbiediging van de mensenrechten en de mogelijke schending ervan is voorzien in een niet onbelangrijke alarmprocedure.
De gekwalificeerde meerderheid is uitgebreid tot een dertigtal bijkomende gevallen. Ook de co-decisie van het Europees Parlement is uitgebreid, maar wij weten allemaal dat nog steeds unanimiteit geldt voor met name de harmonisatie van de fiscale en sociale wetgeving en voor grote delen van de justitiële en politionele samenwerking, alsook voor problemen inzake de Europese migratie.
Het Verdrag van Nice is dus een gruyèrekaas, maar ik heb reeds tijdens de commissiebespreking gesteld dat uitbreiding beter is met een verdrag van Nice dan zonder een verdrag van Nice.
Wij staan nog voor de klip van het mislukte referendum in Ierland. Het is natuurlijk vrij paradoxaal dat een land met een relatief beperkte bevolking – het Verdrag van Nice is in Ierland in feite verworpen met een kleine meerderheid van enkele tienduizenden stemmen – binnen een Unie van 350 en morgen wellicht 450 of 500 miljoen inwoners zo’n mechanisme kan blokkeren. Wat België betreft, zou dit theoretisch ook mogelijk zijn, aangezien een beslissing van één van onze deelparlementen, van de Duitstalige Gemeenschap of van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijvoorbeeld, heel Europa in een impasse kan brengen.
Ik wil daar nog twee of drie beschouwingen aan toevoegen. Ten eerste, het Verdrag van Nice is uitermate complex. Het is erg moeilijk aan de mensen uit te leggen. Als u in de straat aan de mensen zou vragen wat het Verdrag van Nice is, zou u weinig zinnige antwoorden krijgen. Als u zou ingaan op de inhoud, krijgt u wellicht geen enkel zinnig antwoord.
Er is bijvoorbeeld het hoofdstuk ‘decision making’. De manier waarop de besluitvorming geschiedt, bestaat uit drie niveaus, die eventueel cumulatief kunnen worden toegepast.
Ten eerste, er is de gekwalificeerde meerderheid, waarbij de drempel van de meerderheid is verhoogd tot iets meer dan 73 procent. Dat laten wij nog buiten beschouwing; dit werd in het verleden ook toegepast.
Ten tweede, elk besluit moet worden worden goedgekeurd door een meerderheid van lidstaten. Ook dat laat ik verder buiten beschouwing.
Dat is nog vrij eenvoudig.
Ten derde is er echter – ik vond dat de grootste schaduwzijde van het Verdrag van Nice – de zogenaamde demografische clausule. Elke beslissing moet worden genomen en gesteund door een meerderheid van de Europese bevolkingen. Die meerderheid is vastgelegd op 62 procent. Dat betekent nu toevallig dat Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk, die samen 41 procent van de bevolking vormen, eigenlijk bij alle problemen de facto beschikken over een vetorecht, indien zij de demografische clausule zouden evoceren.
Toen de heer Verhofstadt uit Nice is teruggekeerd, heeft hij hier verteld dat de belangen van de kleine landen in Nice aan bod zijn gekomen. Op bepaalde punten had hij geen ongelijk. Hij vertelde dat een klein land als België zelfs beter uit de onderhandelingen is gekomen in vergelijking met andere kleine landen zoals Tsjechië en Hongarije, die
ces matières.
Ce traité est au fond une espèce de fromage de Gruyère mais j'estime personnellement que mieux vaut un élargissement de l'UE avec ce traité que sans traité du tout!
L'Irlande a rejeté ce traité par un référendum, même si ce fut à une majorité très étroite. En Belgique, un rejet reste d'ailleurs envisageable. Il suffit pour cela qu'une des assemblées régionales refuse de le ratifier.
Ce traité est très complexe, l'homme de la rue n'y comprendra sans doute pas grand-chose. En substance, il concerne le processus de décision européen, lequel se déroulera désormais à trois niveaux: une majorité qualifiée de 73 %, la nécessité de faire adopter chaque décision par une majorité simple des Etats membres et, enfin, la clause dite
"démographique" par laquelle la majorité de la population européenne totale est fixée à 62 %.
Dès lors, une alliance de la Grande-Bretagne, de l'Allemagne et de l'Espagne atteindrait 41 %, ce qui permettrait à ces trois pays de régner tel un "directoire".
Je préfère néanmoins un directoire composé de trois membres qu'un symposium qui en compte 25. Un directoire peut diriger les choses même s'il agit avant tout dans l'intérêt des trois plus grands pays de l'Union et de leur population. Un symposium risque d'entraîner un manque de direction.
La limitation des compétences (Kompetenzbegrenzung) ne peut en aucun cas entraîner une interprétation à sens unique du principe de subsidiarité. Les compétences des Etats membres et de l'Europe doivent être définies.
M. Jacques Delors a proposé d'interpréter le principe de subsidiarité à la manière des encycliques papales du dix- neuvième siècle : les pouvoirs supérieurs n'interviennent qu'en cas d'absence d'initiative privée.
Interpréter le principe de subsidiarité dans les deux sens
kandidaat-lidstaten zijn. Dat vormt trouwens een psychologisch probleem, want zij krijgen minder stemmen dan een land als België.
Wat Verhofstadt vertelde, is correct.
Maar het evenzeer onbetwistbaar – en dit is de jongste maanden, na de terroristische aans lagen in de Verenigde Staten van Amerika en de interventie in Afghanistan, bevestigd – dat in feite in de Europese Unie, of men het al dan niet graag hoort, een directorium de facto werkzaam is. Dat directorium de facto van de drie grote mogendheden wordt deels geïnstitutionaliseerd door de demografische clausule. Dat moet men durven te erkennen.
Ik voeg er onmiddellijk aan toe dat ik een directorium met drie verkies boven een symposium met 25. Indien we na de uitbreiding niet alleen werk maken van Nice, maar van een volgend verdrag dat echt de Unie in haar werking verdiept, dan dreigt het een symposium met 25 te worden, zeker op het vlak van het buitenlands beleid en het defensiebeleid. Dan heb ik liever een directorium dan helemaal niets. Dan heb ik lieve r een directorium dat leiding geeft, ook al houdt het dan vooral rekening met de belangen van die drie grote staten, dan een onbeleid of, zoals Jacques Delors het zegde: “Je préfère l’Europe à la dés -Europe”; een mank Europa is te verkiezen boven een niet-Europa. Mijns inziens moet dit ook duidelijk worden gezegd. Dit is natuurlijk een second best- oplossing. De first best-oplossing is dat men via echt federale procedures tot een consensus komt, maar bij gebrek daaraan zal het directorium ongetwijfeld worden doorgezet.
Mijn tweede opmerking heeft te maken met de Kompetenzabgrenzung.
Men heeft dat, zeker uit hoofde van onze eerste minister, veeleer verdedigd. Ik herinner mij dat eerste minister Verhofstadt, tijdens onze commissiebijeenkomsten vóór Nice en na Nice, het eigenlijk als een positieve benadering heeft beschouwd dat het tijd is om de bevoegdheden af te bakenen. Theoretisch kan ik daar inkomen. De Kompetenzabgrenzung dreigt toch wel te betekenen dat men de subsidiariteit omturnt tot een eenrichtingsverkeer, van boven naar beneden, met duidelijke bevoegdheden voor de deelstaten, misschien nog grotere bevoegdheden voor de deelstaten als men zou overgaan tot het vormen van verborgen hernationalisering, de subsidiariteit. Ik heb die vergadering meegemaakt in Ierland in 1991 of 1990, toen het begrip geboren is, uit hoofde van Jacques Delors, om in die periode de Engelsen over de brug te krijgen. Jacques Delors zei ons toen op die informele bijeenkomst van de ministers van Buitenlandse Zaken: "Ik heb ooit nog als goede christelijke militant in de Franse vakbond een cursus
‘sociale leer van de kerk’ gevolgd".
In die cursus werd verwezen naar de encycliek Rerum Novarum en haar opvolger 40 jaar later Quadragesimo Anno van 1931. Daarin komt het begrip subsidiariteit voor. Het toenmalig Vaticaan – soms goed geïnspireerd, soms minder goed geïnspireerd – stelde dat subsidiariteit betekent dat men privé-initiatief laat doen telkens dit privé -initiatief daartoe in staat is en dat de overheid slechts subsidiair optreedt, een vrij liberale benadering van de verhouding tussen de overheid en het privé-initiatief. De overheid treedt slechts op als het privé -initiatief kennelijk in gebreke blijft. De Kerk had het niet over het bedrijfsleven en de markt maar over het onderwijs. Het was een verborgen pleidooi voor de vrijheid van onderwijs.
Jacques Delors stelde voor de subsidiariteit uit de context van de encycliek te rukken en het begrip toe te passen op Europa. Hij was wel voorstander van de toepassing in twee richtingen. Zo staat het ook in het Verdrag van Maastricht. Subsidiariteit betekent dat de deelstaten
signifie que les Etats membres peuvent agir seuls mais que toutes les questions transfrontalières ressortissent à la compétence de l'Europe. Les Conseils des ministres européens doivent veiller à ce que leurs décisions soient conformes au principe de subsidiarité.
Je déplore aussi que les droits fondamentaux n’aient pas été repris dans le traité. J’espère que ce sera le cas à l’occasion d’un prochain traité.
La Convention a démarré péniblement par d'interminables discours. Est-ce raisonnable de s'atteler d'emblée à la rédaction d'une Constitution européenne?
Sans doute les présidents de la Convention nourrissent-ils cette ambition, mais ne met -on pas ainsi la barre beaucoup trop haut?
N’oublions pas qu’il faudra résoudre une vingtaine de difficultés environ.
Comment régler la fiscalité européenne? Comment financer l’élargissement de l’Union? Je suis partisan d’une intégration graduelle des nouveaux Etats membres:
qu'ils participent déjà à la phase préparatoire du processus décisionnel (decision shaping) en attendant une participation à part entière à la prise de décision (decision making).
Je regrette qu'en commission, deux partis aient voté contre le traité de Nice. L'un des deux s'oppose, par un nationalisme aveugle, à tout projet favorisant l'unification européenne. Le vote négatif du PSC m'étonne et me peine. Je lance un appel aux démocrates- chrétiens francophones pour qu'ils se ravisent et qu'ils contribuent de manière constructive à la concrétisation du rêve européen en faisant montre d'impartialité, notion mieux connue outre-Atlantique sous le nom de bipartisanship.
moeten doen wat ze kunnen doen zolang ze daartoe in staat zijn. Zodra een probleem grensoverschrijdend is moet men het opstuwen naar een hoger niveau. Dit niveau is de Europese Unie in zijn federaliserende dynamiek. Noem dat het Europa van vandaag en morgen. Zo zal het wellicht uit de Conventie en de intergouvernementele conferentie komen, een confederatieve federatie of een federatieve confederatie waarin de subsidiariteit een absoluut sleutelelement is.
In het verleden hebben wij eveneens gestreden tegen de opvatting om de subsidiariteit te laten testen in elke Europese Ministerraad. Er is ooit een voorstel geweest om bij elke Ministerraad de agenda te laten onderzoeken op het subsidiariteitsbeginsel en na te gaan of er geen punten geagendeerd stonden die thuishoorden bij de nationale regeringen. Als Kompetenz Abgrenzung betekent dat de subsidiariteit alleen neerwaarts zal worden toegepast maar niet opwaarts wordt het acquis communautaire aangetast. Ik denk dat we ons daartegen ten zeerste moeten verzetten.
We betreuren dat de grondrechten niet zijn geïntegreerd in het Verdrag van Nice. Hopelijk gebeurt dit in het volgend verdrag.
Een laatste bemerking handelt over de werkzaamheden van de Conventie zoals die op dit ogenblik reilt en zeilt. De eerste twee vergaderingen waren oeverloos, met 82 toespraken. De heer Giscard d'Estaing heeft min of meer de orde kunnen handhaven.
Ik vraag mij af of het een goede benadering is zozeer de nadruk te leggen op de noodzaak om nu meteen een Europese Grondwet op te stellen. Ik vrees een doodvechtend debat over allerlei concepten die in een grondwet thuishoren, niet onbelangrijk en voor een stuk ook theoretisch zijn. De waarheid is dat de Europese Unie momenteel inderdaad verdragsrechtelijk is, maar dat die verdragen ook een constitutionele betekenis hebben. Laten wij, zoals de heer Jean-Luc Dehaene voorstelde in de commissie van de Wijzen, het onderscheid maken tussen een basisverdrag en de meer uitvoerende technische verdragen. Een echte Grondwet, die naam waardig, zie ik momenteel echter niet zitten. Het kan wel de ambitie zijn van Giscard d’Estaing en zijn twee ondervoorzitters om de geschiedenis in te treden als de grondwetgevers van Europa, zoals Thomas Jefferson en Benjamin Franklin: “We, the people”. U weet hoezeer de Amerikaanse Grondwet als een relikwie is uitgestald in the archives of the republic, vlakbij het Witte Huis, waar steeds twee grote kandelaars zijn aangestoken, bewaakt door twee militairen, en dag en nacht te bewonderen als een soort relikwie van de republiek. Wie kan al politicus niet de ambitie hebben om zo voort te leven in de herinnering van de bevolking?
Mijn benadering is dat er verdorie ten minste twintig heikele punten opgelost moeten worden. Ik bedoel institutionele vragen die van kapitaal belang zijn en waarvan sommige oplossingen niet in de Grondwet moeten worden ingeschreven, maar die wel een formidabele politieke draagwijdte hebben. Zo kan het Europees Parlement ertoe worden gebracht om een eigen Europese fiscaliteit in te voeren. Hoe zal de uitbreiding worden gefinancierd? De uitbreiding is paradoxaal. Zij is politiek absoluut noodzakelijk, hoe sneller, hoe beter. Economisch gezien is de uitbreiding echter bijna onuitvoerbaar. U moet maar eens de economische analyse bekijken van de achterstand van de meeste van die landen. Slovenië is nog het meest vergevorderd. De meeste andere landen zitten op een niveau van 25% ten opzichte van ons welvaartspeil. Die handicap speelt in beide richtingen, want die landen dreigen platgeconcurreerd te worden door onze industrie. Economisch gaan wij dus een erg lange transitieperiode tegemoet. Om die reden stel ik al minstens twee jaar lang voor om, misschien in het volgend
verdrag, de artikelen 43 en 44 van het Verdrag van Amsterdam te ontdubbelen en naast de nauwere samenwerking, coopération renforcée, een tweede begrip in te voeren, met name de complementaire samenwerking, coopération complémentaire.
Hierdoor krijgen de nieuwe lidstaten een pak op maat. Met de transitie worden ze ingeschakeld in een dynamiek van geleidelijke institutionele deelname. Laat ze om de tafel zitten en aan decision shaping doen.
Geef ze de dossiers en laat ze mee discussiëren. Als puntje bij paaltje komt kunnen ze niet mee beslissen voor zover dat nog niet tot hun bevoegdheid behoort. Ze krijgen echter wel een thuisgevoel, terwijl ze nu deels met een vervreemdingsgevoel in de Unie zullen komen.
Dat zijn zeer belangrijke opdrachten en we kunnen alleen hopen dat dit in de toekomst allemaal zal worden rechtgetrokken. Ik betreur dat twee partijen in de commissie tegen hebben gestemd. Eén partij heeft altijd al alle Europese verdragen verworpen om redenen van ideologische verblinding en extreem nationalisme. Dat is natuurlijk incompatibel met elke vorm van internationale samenwerking. Ik betreur het echter vooral dat de PSC tegen heeft gestemd. Ik vind dat heel jammer omdat deze partij met ons steeds heeft bijgedragen aan de Europese constructie.
Men weet in de politiek dat tussen droom en daad grote bezwaren staan, zoals Elsschot het heeft gedicht. Ik raad u aan om het gedicht van Elsschot in het Nederlands en in de Franse vertaling op te hangen in het partijbureau van de PSC. Ik betreur ten zeerste dat u zich niet aansluit bij de consensus die, naar ik meen, een traditie is in het Parlement vermits het Europees beleid meestal kan bogen op wat men in het Amerikaans Congres bipartizanship noemt, de medewerking van meerderheid en oppositie aan een zelfde grote een grootse onderneming waarvan onze toekomst en de toekomst van zij die na ons komen afhangt in de meest extreme en toepasselijke betekenis van dit woord.
De voorzitter: Mijnheer de rapporteur, ik neem aan dat u ook reeds namens uw fractie hebt gesproken?
03.02 Jacques Lefevre (PSC): Monsieur le président, monsieur le vice-premier ministre, chers collègues, heureusement que nous sommes un peu plus de treize car sinon, cela aurait pu porter malchance au Traité de Nice.
Monsieur le vice-premier ministre, je voudrais vous remercier pour votre présence à ce moment important pour la Belgique et pour l'Europe.
Mon parti s'inscrit dans la tradition des grands défenseurs de l'idée européenne: les Monet, Schumann, les De Gasperi, Adenauer, Harmel mais aussi les Spinelli, les Spaak et les Jean Ray.
Lorsque l'on lit le texte tourmenté et abscons du Traité de Nice, rien ne nous permet de nous persuader qu'à l'avenir, l'héritage que ces hommes nous ont légué pourra effectivement être préservé.
Notre souci le plus cher est de convaincre nos concitoyens de la nécessité qu'il y a de construire une Europe démocratique et respectueuse de ses diversités, une Europe accessible et proche, bref, une Europe dotée d'une âme. Cependant, on serait bien en peine de trouver un sens élevé aux marchandages qui présidèrent à l'adoption des dispositions controversées contenues dans le Traité de Nice.
Plus particulièrement, quatre éléments motivent la réticence qu'éprouvent les élus sociaux-chrétiens francophones à ratifier ce document.
03.02 Jacques Lefevre (PSC):
Mijn partij behoort traditiegetrouw tot de grote voorstanders van de Europese eenwording. De verkrampte en ontoegankelijke tekst van het Verdrag van Nice biedt echter geen enkele garantie met betrekking tot de toekomst van Europa. Wij moeten er onze medeburgers van overtuigen dat het belangrijk is een democratisch Europa uit te bouwen dat eenieders eigenheid eerbiedigt. De koehandel die aan de goedkeuring van de bepalingen van het Verdrag van Nice voorafging lijkt ons daar niet toe bij te dragen.
Het streven om de bevoegdheden van het Europees Parlement uit te hollen – Europees Parlement waarvan de rol als volwaardige medewetgever naast de Raad niet wordt bevestigd en dat op het stuk van het landbouw- en binnenlands veiligheidsbeleid uit de
1° La portion congrue à laquelle on a voulu réduire le Parlement européen en choisissant de ne pas le confirmer comme co-législateur à part entière à côté du Conseil. Ainsi, dans les domaines cruciaux de la politique agricole et de la sécurité intérieure, le parlement est maintenu à l'écart de la procédure de codécision. Est-ce comme cela que l'on prétend remédier au déficit démocratique des institutions européennes?
2° La manière dont on a revu la pondération des votes au sein du Conseil est tout aussi préoccupante car elle complique la procédure de prise de décision. Désormais, le vote à la majorité qualifiée nécessitera trois majorités différentes.
Au passage, la minorité de blocage sera rabaissée de 28,7% à 25,3%.
Etait-ce bien nécessaire?
3° Des domaines cruciaux ont été maintenus hors du champ d'application du vote à la majorité qualifiée. Ainsi, l'unanimité reste de mise pour une série de matières essentielles à la bonne gestion de l'élargissement comme la politique d'immigration et d'asile, la coopération policière et judiciaire, la politique étrangère et les distorsions de concurrence par voie fiscale.
4° Quant à la réforme de la Commission, elle conduira à une diminution de l'autorité de son président. Dans la pratique actuelle, les commissaires ont pris l'engagement de démissionner sur demande de leur président. Dorénavant, ils ne devront le faire que si une majorité du collège des commissaires en décide ainsi. C'est une situation préoccupante car la Commission ne sera pas capable de fonctionner correctement avec un président affaibli au moment précis où l'accroissement de sa taille lui commande une coordination plus forte.
Toutes ces dispositions sont extrêmement dommageables pour l'équilibre institutionnel européen. A-t-on seulement une idée des trésors de pédagogie qu'il faudra déployer en vain pour expliquer à nos concitoyens le fonctionnement du système de vote à la triple majorité qualifiée au sein du Conseil? Avons -nous seulement conscience de ce que ce montage alambiqué signifie? Savons -nous assez comment, dans certains cas, il rendra impossible la prolongation des programmations budgétaires, comment dans d'autres cas il rendra impossible la modification de la législation communautaire? Avons- nous bien compris qu'en affaiblissant le président de la Commission, donc la Commission elle-même, et qu'en alourdissant la procédure de prise de décision au sein du Conseil, c'est la capacité de l'Union européenne à agir dans des situations de crise que l'on sape?
Mais j'entends déjà mes compagnons de route pro-européens me dire que toute avancée, même minime, même négligeable, même décevante reste une avancée et qu'il convient, à ce titre, de l'engranger.
Comme j'aimerais qu'ils aient raison! Ce serait tellement commode! Au moins, je pourrais ne pas voter en compagnie du Vlaams Blok contre la ratification; je pourrais ne pas passer à vos yeux, monsieur le vice- premier ministre, pour un euro-extrémiste. Surtout, je pourrais me dire que modestement, à mon niveau, j'aurais apporté ma contribution à la construction de l'édification européenne.
Seulement, voyez-vous, à la commodité, je préfère la lucidité!
En effet, les coopérations renforcées que l'on nous présente comme la grande avancée ne suffisent pas à neutraliser les nombreuses autres carences contenues dans le Traité. Elles ne suffisent pas d'abord parce que leur mise en œuvre reste soumise à des contraintes exagérées
medebeslissingsprocedure wordt geweerd – is geen positief signaal met het oog op het verhelpen van het democratisch deficit van de Europese instellingen.
De herziening van de weging van de stemmen binnen de raad is eveneens onrustwekkend, aangezien zij de besluitvorming bemoeilijkt omdat er voor de stemming bij gekwalificeerde meerderheid drie verschillende meerderheden nodig zijn. Voor enkele uiterst belangrijke beleidsterreinen geldt de stemming bij gekwalificeerde meerderheid niet. Voor essentiële aangelegenheden blijft de eenparigheid van kracht.
De hervorming van de Commissie zal het gezag van haar voorzitter beperken en dus de Commissie zelf verzwakken op een ogenblik waarop haar uitbreiding een sterkere coördinatie vergt.
Al deze bepalingen brengen het Europese institutionele evenwicht en een goed begrip door de burger van de werking van de Europese instellingen en van het kiessysteem in het gedrang.
Het risico bestaat dat deze constructie de voortzetting van de budgettaire programma's of de wijziging van de gemeenschapswetgeving
onmogelijk maakt.
De mogelijkheid van de Europese Unie om op crisissituaties te reageren zou kunnen worden aangetast, aangezien de rol van de commissievoorzitter wordt afgezwakt en de besluitvormingsprocedure binnen de Raad logger wordt.
Ik verkies helderziendheid boven gemak, immers de versterkte samenwerking volstaat niet om de talrijke tekortkomingen van het verdrag op te vangen. De versterkte samenwerking blijft immers onderworpen aan overdreven verplichtingen in de tweede pijler, waar andere partners nog altijd hun veto kunnen stellen. Bovendien is versterkte samenwerking niet
dans le cadre du deuxième pilier, celui de la politique étrangère et de la défense commune où le veto des autres partenaires reste de mise.
Elles ne suffisent ensuite pas parce qu'elles ne couvrent pas les questions liées à la défense ou ayant des implications militaires. Elles ne suffisent pas, enfin et surtout, parce que depuis les événements du 11 septembre dernier, tout nous rappelle que c'est une nécessité de développer la pleine capacité de l'action de l'UE vis -à-vis de l'extérieur.
Le Traité de Nice ne permet pas ce genre d'évolution. C'est là un vice rédhibitoire, un vice qui rend le traité caduc avant même d'avoir été ratifié.
Alors, sachant que le Traité de Nice n'est pas un traité comme les autres étant donné qu'il pourrait être le dernier avant un élargissement sans précédent; sachant par ailleurs qu'un professeur respecté comme M. Franklin Dehousse est arrivé à la conclusion que "le Traité de Nice représente un tournant dans la construction européenne, dans la mesure où, pour la première fois, les aspects négatifs pour l'intégration l'emportent sur les aspects positifs"; sachant donc que beaucoup s'accordent à dire que ce traité est mauvais, mais sachant aussi qu'une majorité d'entre nous, avec une audace remarquable ou devrais-je plutôt dire une désinvolture coupable, s'apprêtent quand même à voter en faveur de sa ratification, je voudrais rappeler quelques éléments qui aideront à mieux comprendre la portée de l'acte que nous sommes amenés à poser.
Pour rendre plus clairs mes propos, je rappellerai brièvement les principes stratégiques déterminants qui ont été à la base du processus d'intégration européenne dans l'après-guerre. Il y eut d'abord la nécessité politique et économique de se défendre contre la menace soviétique. Il y a eu ensuite la volonté d'intégrer l'Allemagne dans l'ensemble politique et économique formé par les démocraties européennes, afin de la transformer en partenaire et non plus en rivale.
Il y a eu enfin la recherche du bénéfice économique et social généré par un marché commun et ouvert. Le premier de ces trois principes, ayant perdu tout objet, apparaît obsolète. Le deuxième et le troisième point ont été largement réalisés. Ils ne posent donc plus de problème eux non plus.
Est-ce à dire que l'Europe se retrouverait aujourd'hui privée de finalité?
Non. Il y a de nombreux objectifs vers la réalisation desquels il faut tendre. Ce sont, d'une part, la réalisation de la pleine capacité d'action de l'UE vis-à-vis de l'extérieur et, d'autre part, la construction d'une Europe sociale.
Visiblement, la volonté politique manque, pas dans votre chef, monsieur le vice-premier ministre, mais chez plusieurs de nos partenaires. A défaut, pour se donner une contenance, on choisit de procéder à l'élargissement, sans s'en donner les moyens.
L'argument invoqué pour justifier la démarche est que nos institutions européennes sont à la base de la prospérité et de la stabilité sans précédent que connaît l'Europe occidentale. Elargir l'Union, ce serait stabiliser l'Europe de l'Est en l'intégrant dans les structures institutionnelles qui ont fait leurs preuves. Rien n'est moins vrai, rien n'est plus fallacieux. D'abord parce que, je viens de le rappeler, ce ne sont pas les institutions seules qui sont à la base de la stabilité et de la volonté de l'intégration européenne. Ensuite parce qu'il est faux de penser que les structures qui convenaient à l'Europe des Six, tellement mal réformées à Nice, conviendraient à une Europe élargie à vingt-sept.
En conséquence, le risque existe que n'ayant pas adapté l'édifice institutionnel comme il l'aurait fallu dans la perspective de
mogelijk in defensieaangelegenheden of wanneer er militaire implicaties zijn.
Ten slotte dient de totale actiecapaciteit van de Unie ten aanzien van de buitenwereld te worden uitgebreid. Het verdrag van Nice laat een dergelijke ontwikkeling niet toe en is door deze onoverkomelijke tekortkoming al vóór zijn ratificatie achterhaald.
In het besef dat het Verdrag van Nice wel eens het laatste kan zijn vóór de uitbreiding, en in het besef dat velen het erover eens zijn dat het een slecht verdrag is, ook al is dat dan voor een meerderheid onder ons geen beletsel om het toch te ratificeren, wens ik u kort enkele strategische principes in herinnering te brengen die aan het Europese integratieproces na de oorlog ten grondslag liggen : de verdediging tegen de dreiging van de Sovjets, de wil om Duitsland als Europees partnerland te integreren, en het nastreven van het economische en sociale voordeel van een gemeenschappelijke markt. De eerste doelstelling berust thans nergens meer op, en ook beide andere voornemens zijn nu grotendeels verwezenlijkt.
Heeft Europa dan geen bestaansreden meer? Zeker niet.
Het streefdoel moet zijn de Europese Unie ten opzichte van de buitenwereld tot een slagvaardige eenheid uit te bouwen zonder daarbij het sociale Europa uit het oog te verliezen.
Maar bij veel van onze partners ontbreekt daartoe de wil. En dan sust men zijn geweten en kiest men voor een uitbreiding terwijl daartoe de nodige middelen ontbreken en wordt vergeten dat uitbreiden erop neerkomt Oost- Europa te stabiliseren.
Dit is je reinste boerenbedrog! Hoe kunnen structuren die geschikt waren voor het Europa van de Zes tevens geschikt zijn voor een Europa dat zich uitbreidt tot zevenentwintig lidstaten? Willen wij het zover laten komen dat wij verder moeten in een Unie die meer en meer weg heeft van een soort